Lidwoord voor halfgeleider
1
de halfgeleider m
aanwijzend voornaamwoord
deze halfgeleider, die halfgeleider
dichtbij deze halfgeleider
verder weg die halfgeleider
betrekkelijk voornaamwoord
de halfgeleider die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun halfgeleider
onbepaald voornaamwoord
elke halfgeleider
buigings-e
de grote halfgeleider, een grote halfgeleider