Lidwoord voor halfjaar
1
het halfjaar o
aanwijzend voornaamwoord
dit halfjaar, dat halfjaar
dichtbij dit halfjaar
verder weg dat halfjaar
betrekkelijk voornaamwoord
het halfjaar dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun halfjaar
onbepaald voornaamwoord
elk halfjaar
buigings-e
het grote halfjaar, een groot halfjaar