Lidwoord voor IBAN
1
het IBAN o
aanwijzend voornaamwoord
dit IBAN, dat IBAN
dichtbij dit IBAN
verder weg dat IBAN
betrekkelijk voornaamwoord
het IBAN dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun IBAN
onbepaald voornaamwoord
elk IBAN
buigings-e
het grote IBAN, een groot IBAN