Lidwoord voor IQ
1
het IQ o
aanwijzend voornaamwoord
dit IQ, dat IQ
dichtbij dit IQ
verder weg dat IQ
betrekkelijk voornaamwoord
het IQ dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun IQ
onbepaald voornaamwoord
elk IQ
buigings-e
het grote IQ, een groot IQ