Lidwoord voor ISO
1
de ISO v
aanwijzend voornaamwoord
deze ISO, die ISO
dichtbij deze ISO
verder weg die ISO
betrekkelijk voornaamwoord
de ISO die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ISO
onbepaald voornaamwoord
elke ISO
buigings-e
de grote ISO, een grote ISO