Lidwoord voor kerstbrood

1

het kerstbrood o

aanwijzend voornaamwoord
dit kerstbrood, dat kerstbrood

dichtbij dit kerstbrood

verder weg dat kerstbrood

betrekkelijk voornaamwoord
het kerstbrood dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kerstbrood
onbepaald voornaamwoord
elk kerstbrood
buigings-e
het grote kerstbrood, een groot kerstbrood

Woorden die lijken op kerstbrood