Lidwoord voor kunstleer
1
het kunstleer o
aanwijzend voornaamwoord
dit kunstleer, dat kunstleer
dichtbij dit kunstleer
verder weg dat kunstleer
betrekkelijk voornaamwoord
het kunstleer dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kunstleer
onbepaald voornaamwoord
elk kunstleer
buigings-e
het grote kunstleer, een groot kunstleer