Lidwoord voor scheppingsverhaal
1
het scheppingsverhaal o
aanwijzend voornaamwoord
dit scheppingsverhaal, dat scheppingsverhaal
dichtbij dit scheppingsverhaal
verder weg dat scheppingsverhaal
betrekkelijk voornaamwoord
het scheppingsverhaal dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun scheppingsverhaal
onbepaald voornaamwoord
elk scheppingsverhaal
buigings-e
het grote scheppingsverhaal, een groot scheppingsverhaal