Lidwoord voor logopedist
1
de logopedist m
aanwijzend voornaamwoord
deze logopedist, die logopedist
dichtbij deze logopedist
verder weg die logopedist
betrekkelijk voornaamwoord
de logopedist die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun logopedist
onbepaald voornaamwoord
elke logopedist
buigings-e
de grote logopedist, een grote logopedist