Lidwoord voor voordeelkaart

1

de voordeelkaart v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze voordeelkaart, die voordeelkaart

dichtbij deze voordeelkaart

verder weg die voordeelkaart

betrekkelijk voornaamwoord
de voordeelkaart die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun voordeelkaart
onbepaald voornaamwoord
elke voordeelkaart
buigings-e
de grote voordeelkaart, een grote voordeelkaart

Woorden die lijken op voordeelkaart