Lidwoord voor mobiel
1
de mobiel m
mobieltje
aanwijzend voornaamwoord
deze mobiel, die mobiel
dichtbij deze mobiel
verder weg die mobiel
betrekkelijk voornaamwoord
de mobiel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun mobiel
onbepaald voornaamwoord
elke mobiel
buigings-e
de grote mobiel, een grote mobiel
2
het/de mobiel o+v(m)
versiering
aanwijzend voornaamwoord
dit mobiel, dat mobiel
dichtbij dit mobiel
verder weg dat mobiel
betrekkelijk voornaamwoord
het mobiel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun mobiel
onbepaald voornaamwoord
elk mobiel
buigings-e
het grote mobiel, een groot mobiel
aanwijzend voornaamwoord
deze mobiel, die mobiel
dichtbij deze mobiel
verder weg die mobiel
betrekkelijk voornaamwoord
de mobiel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun mobiel
onbepaald voornaamwoord
elke mobiel
buigings-e
de grote mobiel, een grote mobiel