Lidwoord voor MRI
1
de MRI v
aanwijzend voornaamwoord
deze MRI, die MRI
dichtbij deze MRI
verder weg die MRI
betrekkelijk voornaamwoord
de MRI die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun MRI
onbepaald voornaamwoord
elke MRI
buigings-e
de grote MRI, een grote MRI