Lidwoord voor Magnificat
1
het Magnificat o
aanwijzend voornaamwoord
dit Magnificat, dat Magnificat
dichtbij dit Magnificat
verder weg dat Magnificat
betrekkelijk voornaamwoord
het Magnificat dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun Magnificat
onbepaald voornaamwoord
elk Magnificat
buigings-e
het grote Magnificat, een groot Magnificat