Lidwoord voor Mandarijn
1
het Mandarijn o
aanwijzend voornaamwoord
dit Mandarijn, dat Mandarijn
dichtbij dit Mandarijn
verder weg dat Mandarijn
betrekkelijk voornaamwoord
het Mandarijn dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun Mandarijn
onbepaald voornaamwoord
elk Mandarijn
buigings-e
het grote Mandarijn, een groot Mandarijn