Lidwoord voor NATO
1
de NATO v
aanwijzend voornaamwoord
deze NATO, die NATO
dichtbij deze NATO
verder weg die NATO
betrekkelijk voornaamwoord
de NATO die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun NATO
onbepaald voornaamwoord
elke NATO
buigings-e
de grote NATO, een grote NATO