Lidwoord voor natuurkunde
1
de natuurkunde v
aanwijzend voornaamwoord
deze natuurkunde, die natuurkunde
dichtbij deze natuurkunde
verder weg die natuurkunde
betrekkelijk voornaamwoord
de natuurkunde die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun natuurkunde
onbepaald voornaamwoord
elke natuurkunde
buigings-e
de grote natuurkunde, een grote natuurkunde