Lidwoord voor natuurliefhebber
1
de natuurliefhebber m
aanwijzend voornaamwoord
deze natuurliefhebber, die natuurliefhebber
dichtbij deze natuurliefhebber
verder weg die natuurliefhebber
betrekkelijk voornaamwoord
de natuurliefhebber die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun natuurliefhebber
onbepaald voornaamwoord
elke natuurliefhebber
buigings-e
de grote natuurliefhebber, een grote natuurliefhebber