Lidwoord voor pannenkoekenhuis

1

het pannenkoekenhuis o

aanwijzend voornaamwoord
dit pannenkoekenhuis, dat pannenkoekenhuis

dichtbij dit pannenkoekenhuis

verder weg dat pannenkoekenhuis

betrekkelijk voornaamwoord
het pannenkoekenhuis dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun pannenkoekenhuis
onbepaald voornaamwoord
elk pannenkoekenhuis
buigings-e
het grote pannenkoekenhuis, een groot pannenkoekenhuis

Woorden die lijken op pannenkoekenhuis