Lidwoord voor kinderziekenhuis
1
het kinderziekenhuis o
aanwijzend voornaamwoord
dit kinderziekenhuis, dat kinderziekenhuis
dichtbij dit kinderziekenhuis
verder weg dat kinderziekenhuis
betrekkelijk voornaamwoord
het kinderziekenhuis dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kinderziekenhuis
onbepaald voornaamwoord
elk kinderziekenhuis
buigings-e
het grote kinderziekenhuis, een groot kinderziekenhuis