Lidwoord voor strafinrichting
1
de strafinrichting v
aanwijzend voornaamwoord
deze strafinrichting, die strafinrichting
dichtbij deze strafinrichting
verder weg die strafinrichting
betrekkelijk voornaamwoord
de strafinrichting die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun strafinrichting
onbepaald voornaamwoord
elke strafinrichting
buigings-e
de grote strafinrichting, een grote strafinrichting