Lidwoord voor theorema

1

het theorema o

aanwijzend voornaamwoord
dit theorema, dat theorema

dichtbij dit theorema

verder weg dat theorema

betrekkelijk voornaamwoord
het theorema dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun theorema
onbepaald voornaamwoord
elk theorema
buigings-e
het grote theorema, een groot theorema

Woorden die lijken op theorema