Lidwoord voor theoloog
1
de theoloog m
aanwijzend voornaamwoord
deze theoloog, die theoloog
dichtbij deze theoloog
verder weg die theoloog
betrekkelijk voornaamwoord
de theoloog die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun theoloog
onbepaald voornaamwoord
elke theoloog
buigings-e
de grote theoloog, een grote theoloog