Lidwoord voor uitbarsting
1
de uitbarsting v
aanwijzend voornaamwoord
deze uitbarsting, die uitbarsting
dichtbij deze uitbarsting
verder weg die uitbarsting
betrekkelijk voornaamwoord
de uitbarsting die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun uitbarsting
onbepaald voornaamwoord
elke uitbarsting
buigings-e
de grote uitbarsting, een grote uitbarsting