Lidwoord voor vlerk
1
de vlerk m
deugniet
aanwijzend voornaamwoord
deze vlerk, die vlerk
dichtbij deze vlerk
verder weg die vlerk
betrekkelijk voornaamwoord
de vlerk die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vlerk
onbepaald voornaamwoord
elke vlerk
buigings-e
de grote vlerk, een grote vlerk
2
de vlerk v(m)
hand, vleugel
aanwijzend voornaamwoord
deze vlerk, die vlerk
dichtbij deze vlerk
verder weg die vlerk
betrekkelijk voornaamwoord
de vlerk die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vlerk
onbepaald voornaamwoord
elke vlerk
buigings-e
de grote vlerk, een grote vlerk