Lidwoord voor vlek
1
de vlek v(m)
plek, schandvlek
aanwijzend voornaamwoord
deze vlek, die vlek
dichtbij deze vlek
verder weg die vlek
betrekkelijk voornaamwoord
de vlek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vlek
onbepaald voornaamwoord
elke vlek
buigings-e
de grote vlek, een grote vlek
2
het/de vlek o+v(m)
gehucht
aanwijzend voornaamwoord
dit vlek, dat vlek
dichtbij dit vlek
verder weg dat vlek
betrekkelijk voornaamwoord
het vlek dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun vlek
onbepaald voornaamwoord
elk vlek
buigings-e
het grote vlek, een groot vlek
aanwijzend voornaamwoord
deze vlek, die vlek
dichtbij deze vlek
verder weg die vlek
betrekkelijk voornaamwoord
de vlek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vlek
onbepaald voornaamwoord
elke vlek
buigings-e
de grote vlek, een grote vlek