Lidwoord voor wetboek
1
het wetboek o
aanwijzend voornaamwoord
dit wetboek, dat wetboek
dichtbij dit wetboek
verder weg dat wetboek
betrekkelijk voornaamwoord
het wetboek dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun wetboek
onbepaald voornaamwoord
elk wetboek
buigings-e
het grote wetboek, een groot wetboek