Lidwoord voor netbook
1
de/het netbook m+o
aanwijzend voornaamwoord
deze netbook, die netbook
dichtbij deze netbook
verder weg die netbook
betrekkelijk voornaamwoord
de netbook die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun netbook
onbepaald voornaamwoord
elke netbook
buigings-e
de grote netbook, een grote netbook
aanwijzend voornaamwoord
dit netbook, dat netbook
dichtbij dit netbook
verder weg dat netbook
betrekkelijk voornaamwoord
het netbook dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun netbook
onbepaald voornaamwoord
elk netbook
buigings-e
het grote netbook, een groot netbook