Lidwoord voor wissel

1

de wissel m

het van baan wisselen, pad, vervanging van speler, waardepapier, wisseling, wisselspeler
aanwijzend voornaamwoord
deze wissel, die wissel

dichtbij deze wissel

verder weg die wissel

betrekkelijk voornaamwoord
de wissel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun wissel
onbepaald voornaamwoord
elke wissel
buigings-e
de grote wissel, een grote wissel
2

de/het wissel m+o

inrichting
aanwijzend voornaamwoord
deze wissel, die wissel

dichtbij deze wissel

verder weg die wissel

betrekkelijk voornaamwoord
de wissel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun wissel
onbepaald voornaamwoord
elke wissel
buigings-e
de grote wissel, een grote wissel

aanwijzend voornaamwoord
dit wissel, dat wissel

dichtbij dit wissel

verder weg dat wissel

betrekkelijk voornaamwoord
het wissel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun wissel
onbepaald voornaamwoord
elk wissel
buigings-e
het grote wissel, een groot wissel

Woorden die lijken op wissel