Lidwoord voor wolfsklauw

1

de wolfsklauw v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze wolfsklauw, die wolfsklauw

dichtbij deze wolfsklauw

verder weg die wolfsklauw

betrekkelijk voornaamwoord
de wolfsklauw die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun wolfsklauw
onbepaald voornaamwoord
elke wolfsklauw
buigings-e
de grote wolfsklauw, een grote wolfsklauw