Lidwoord voor quatre-mains
1
het quatre-mains o
aanwijzend voornaamwoord
dit quatre-mains, dat quatre-mains
dichtbij dit quatre-mains
verder weg dat quatre-mains
betrekkelijk voornaamwoord
het quatre-mains dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun quatre-mains
onbepaald voornaamwoord
elk quatre-mains
buigings-e
het grote quatre-mains, een groot quatre-mains