Lidwoord voor zucht
1
de zucht m
uitademing
aanwijzend voornaamwoord
deze zucht, die zucht
dichtbij deze zucht
verder weg die zucht
betrekkelijk voornaamwoord
de zucht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zucht
onbepaald voornaamwoord
elke zucht
buigings-e
de grote zucht, een grote zucht
2
de zucht v(m)
begeerte
aanwijzend voornaamwoord
deze zucht, die zucht
dichtbij deze zucht
verder weg die zucht
betrekkelijk voornaamwoord
de zucht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zucht
onbepaald voornaamwoord
elke zucht
buigings-e
de grote zucht, een grote zucht