Lidwoord voor zuurstof
1
het/de zuurstof o+v(m)
aanwijzend voornaamwoord
dit zuurstof, dat zuurstof
dichtbij dit zuurstof
verder weg dat zuurstof
betrekkelijk voornaamwoord
het zuurstof dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun zuurstof
onbepaald voornaamwoord
elk zuurstof
buigings-e
het grote zuurstof, een groot zuurstof
aanwijzend voornaamwoord
deze zuurstof, die zuurstof
dichtbij deze zuurstof
verder weg die zuurstof
betrekkelijk voornaamwoord
de zuurstof die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zuurstof
onbepaald voornaamwoord
elke zuurstof
buigings-e
de grote zuurstof, een grote zuurstof