Lidwoord voor abraham
1
de abraham m
aanwijzend voornaamwoord
deze abraham, die abraham
dichtbij deze abraham
verder weg die abraham
betrekkelijk voornaamwoord
de abraham die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun abraham
onbepaald voornaamwoord
elke abraham
buigings-e
de grote abraham, een grote abraham