Lidwoord voor adem
1
de adem m
aanwijzend voornaamwoord
deze adem, die adem
dichtbij deze adem
verder weg die adem
betrekkelijk voornaamwoord
de adem die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun adem
onbepaald voornaamwoord
elke adem
buigings-e
de grote adem, een grote adem