Lidwoord voor airbag
1
de airbag m
aanwijzend voornaamwoord
deze airbag, die airbag
dichtbij deze airbag
verder weg die airbag
betrekkelijk voornaamwoord
de airbag die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun airbag
onbepaald voornaamwoord
elke airbag
buigings-e
de grote airbag, een grote airbag