Lidwoord voor algebra

1

de algebra v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze algebra, die algebra

dichtbij deze algebra

verder weg die algebra

betrekkelijk voornaamwoord
de algebra die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun algebra
onbepaald voornaamwoord
elke algebra
buigings-e
de grote algebra, een grote algebra