Lidwoord voor alvleesklier

1

de alvleesklier v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze alvleesklier, die alvleesklier

dichtbij deze alvleesklier

verder weg die alvleesklier

betrekkelijk voornaamwoord
de alvleesklier die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun alvleesklier
onbepaald voornaamwoord
elke alvleesklier
buigings-e
de grote alvleesklier, een grote alvleesklier