Lidwoord voor aminozuur

1

het aminozuur o

aanwijzend voornaamwoord
dit aminozuur, dat aminozuur

dichtbij dit aminozuur

verder weg dat aminozuur

betrekkelijk voornaamwoord
het aminozuur dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun aminozuur
onbepaald voornaamwoord
elk aminozuur
buigings-e
het grote aminozuur, een groot aminozuur

Woorden die lijken op aminozuur