Lidwoord voor analfabeet
1
de analfabeet m
aanwijzend voornaamwoord
deze analfabeet, die analfabeet
dichtbij deze analfabeet
verder weg die analfabeet
betrekkelijk voornaamwoord
de analfabeet die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun analfabeet
onbepaald voornaamwoord
elke analfabeet
buigings-e
de grote analfabeet, een grote analfabeet