Lidwoord voor andreaskruis
1
het andreaskruis o
aanwijzend voornaamwoord
dit andreaskruis, dat andreaskruis
dichtbij dit andreaskruis
verder weg dat andreaskruis
betrekkelijk voornaamwoord
het andreaskruis dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun andreaskruis
onbepaald voornaamwoord
elk andreaskruis
buigings-e
het grote andreaskruis, een groot andreaskruis