Lidwoord voor anglistiek
1
de anglistiek v
aanwijzend voornaamwoord
deze anglistiek, die anglistiek
dichtbij deze anglistiek
verder weg die anglistiek
betrekkelijk voornaamwoord
de anglistiek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun anglistiek
onbepaald voornaamwoord
elke anglistiek
buigings-e
de grote anglistiek, een grote anglistiek