Lidwoord voor apothekersassistent
1
de apothekersassistent m
aanwijzend voornaamwoord
deze apothekersassistent, die apothekersassistent
dichtbij deze apothekersassistent
verder weg die apothekersassistent
betrekkelijk voornaamwoord
de apothekersassistent die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun apothekersassistent
onbepaald voornaamwoord
elke apothekersassistent
buigings-e
de grote apothekersassistent, een grote apothekersassistent