Lidwoord voor archipel
1
de archipel m
aanwijzend voornaamwoord
deze archipel, die archipel
dichtbij deze archipel
verder weg die archipel
betrekkelijk voornaamwoord
de archipel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun archipel
onbepaald voornaamwoord
elke archipel
buigings-e
de grote archipel, een grote archipel