Lidwoord voor artotheek
1
de artotheek v
aanwijzend voornaamwoord
deze artotheek, die artotheek
dichtbij deze artotheek
verder weg die artotheek
betrekkelijk voornaamwoord
de artotheek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun artotheek
onbepaald voornaamwoord
elke artotheek
buigings-e
de grote artotheek, een grote artotheek