Lidwoord voor assurantiekantoor
1
het assurantiekantoor o
aanwijzend voornaamwoord
dit assurantiekantoor, dat assurantiekantoor
dichtbij dit assurantiekantoor
verder weg dat assurantiekantoor
betrekkelijk voornaamwoord
het assurantiekantoor dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun assurantiekantoor
onbepaald voornaamwoord
elk assurantiekantoor
buigings-e
het grote assurantiekantoor, een groot assurantiekantoor