Lidwoord voor avondwinkel
1
de avondwinkel m
aanwijzend voornaamwoord
deze avondwinkel, die avondwinkel
dichtbij deze avondwinkel
verder weg die avondwinkel
betrekkelijk voornaamwoord
de avondwinkel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun avondwinkel
onbepaald voornaamwoord
elke avondwinkel
buigings-e
de grote avondwinkel, een grote avondwinkel