Lidwoord voor zestal
1
het zestal o
aanwijzend voornaamwoord
dit zestal, dat zestal
dichtbij dit zestal
verder weg dat zestal
betrekkelijk voornaamwoord
het zestal dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun zestal
onbepaald voornaamwoord
elk zestal
buigings-e
het grote zestal, een groot zestal