Lidwoord voor balsem
1
de balsem m
aanwijzend voornaamwoord
deze balsem, die balsem
dichtbij deze balsem
verder weg die balsem
betrekkelijk voornaamwoord
de balsem die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun balsem
onbepaald voornaamwoord
elke balsem
buigings-e
de grote balsem, een grote balsem