Lidwoord voor bandrecorder
1
de bandrecorder m
aanwijzend voornaamwoord
deze bandrecorder, die bandrecorder
dichtbij deze bandrecorder
verder weg die bandrecorder
betrekkelijk voornaamwoord
de bandrecorder die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bandrecorder
onbepaald voornaamwoord
elke bandrecorder
buigings-e
de grote bandrecorder, een grote bandrecorder