Lidwoord voor beaufortschaal
1
de beaufortschaal v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze beaufortschaal, die beaufortschaal
dichtbij deze beaufortschaal
verder weg die beaufortschaal
betrekkelijk voornaamwoord
de beaufortschaal die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun beaufortschaal
onbepaald voornaamwoord
elke beaufortschaal
buigings-e
de grote beaufortschaal, een grote beaufortschaal